Statenvertaling
En hij zeide tot den koning van Israël: Leg uw hand aan den boog, en hij leide zijn hand daaraan; en Elísa leide zijn handen op des konings handen.
Herziene Statenvertaling*
Hij zei tegen de koning van Israël: Leg uw hand aan de boog. Toen legde hij zijn hand daaraan, en Elisa legde zijn handen op de handen van de koning.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Zeide hij tot de koning van Israël: Leg uw hand aan de boog. En hij legde er zijn hand aan. Toen legde Elisa zijn handen op die van de koning.
King James Version + Strongnumbers
And he said H559 to the king H4428 of Israel, H3478 Put H7392 thine hand H3027 upon H5921 the bow. H7198 And he put H7392 his hand H3027 upon it: and Elisha H477 put H7760 his hands H3027 upon H5921 the king's H4428 hands. H3027
Updated King James Version
And he said to the king of Israel, Put your hand upon the bow. And he put his hand upon it: and Elisha put his hands upon the king's hands.
Gerelateerde verzen
Psalmen 144:1 | Genesis 49:24 | 2 Koningen 4:34